a| GGIDSEN

a| Heirbaut, Dirk

a| Over heren, vazallen en graven : b| het persoonlijk leenrecht in Vlaanderen ca. 1000-1305.

a| Brussel : b| Algemeen Rijksarchief, c| 1997.

a| 430 p.

a| Inleidng##- A. Feodaliteit en leenrecht##- B. Onderzoeksobject: Het Vlaamse Leenrecht van ca. 1000 tot 1305##- C. Vlaams leenrecht of Vlaamse leenrechten?##- D. Inperking van het onderzoeksobject##- E. Bronnen##- F. Plan van het werk##Hoofdsukt I. Het tot stand komen van het leencontract##- A. Inleiding##- B. Manschap, hulde en investituur##- C. Het persoonlijk karakter van het feodaal ritueel##- D. De leenrechtsbekwaamheid##Hoofdstuk II. Dubbel vazaliteit en soevereniteit##- A. De dubbel vazalliteit##- B. De soevereiniteit##Hoofdstuk III. De diensten van de vazal##- A. De trouw van de vaza##- B. De hofdienst##- C. De militaire dienst##- D. De vazal als borg voor zijn heer##- E. De "feodale" beden##- F. De cijns voor cijnslenen##- G.De andere diensten van de vazal##Hoofdstuk IV. De plichten van de heer##- A. De heer als borg voor zijn vazal##- B. De vergoeding van de door de vazal geleden schade##Hoofdstuk V. Het einde van het leencontract##- A. Het tenietgaan van het leen##- B. De beëindiging van het leencontract wegens een fout van de heer of de vazal##- C. De vrijwillige beëindiging van het leencontract zonder een fout van de tegenpartij##Besluit##- A. Het grote belang van de relatie tussen de heer en de vazal in het Vlaamse leenrecht voor 1305##- B. De graaf: de hoofdrolspeler van het persoonlijk leenrecht in Vlaanderen voor 1305##- C. De voortdurende evolutie van het Vlaams leenrecht vóór 1305##- D. De persoonlijke feodaliteit in Vlaanderen voor en na 1305##- E. Het Vlaamse leenrecht en de Westerse feodaliteit##Appendix. De verwerving van lenen door kerkelijke instellingen##- A. De elemosina##- B. De grafelijke ordonnantie van 1252-1261 over de verwervingen door kerkelijke instellingen

a| Geschiedenis: Vlaanderen tot 1500

a| boek

b| KASK c| KUB j| GENTSE GIDSEN H3 -76 p| 000050565644

a| boek